Bij een hartritmestoornis kan de hartslag te snel, te langzaam of onregelmatig zijn. Iedereen heeft wel eens een afwijkend ritme. Een cardioloog kan vaststellen of er sprake is van een ritmestoornis.
Het hart trekt zich bij iedere hartslag samen door een elektrische prikkel. Bij een normaal hartritme gaat dit in een regelmatig tempo. Bij een hartritmestoornis is er iets mis met deze elektrische prikkels. Hierdoor komen ze te langzaam of te snel aan of volgen ze de verkeerde weg. Hierdoor kan het hart te snel, te langzaam of onregelmatig werken of werken de boezems en kamers niet goed samen.
Klachten die hierbij kunnen voorkomen zijn hartkloppingen en overslagen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd, flauwvallen, kortademigheid, een pijnlijk of drukkend gevoel op de borst en een onprettig, angstig of benauwend gevoel. Soms kunnen ook tintelingen, hoofdpijn en misselijkheid voorkomen. Wanneer je vaak hartkloppingen of overslagen voelt of je hartslag erg hoog of laag is, is het altijd raadzaam om naar de huisarts te gaan.