Personen met een vermijdende of restrictieve voedselinnamestoornis, ook wel ARFID, hebben een selectief en/of restrictief eetgedrag.
Selectief eetgedrag is een hardnekkig patroon van specifieke voedsel voorkeuren, vanwege smaak, kleur, geur, textuur of vanwege slikangst. Restrictief eetgedrag betekent dat iemand in principe een normale variabiliteit aan producten eet, maar dat hiervan te weinig wordt gegeten. Dit kan komen door bijvoorbeeld gebrek aan interesse of plezier dat aan eten wordt beleefd. Het kan uiteindelijk leiden tot gewichtsverlies of een tekort aan bepaalde vitamines en mineralen.
ARFID kan ontstaan door een traumatische ervaring met een bepaald voedingsmiddel, erfelijke factoren, persoonlijke factoren, een allergie of voedselintolerantie, een ontwikkelingsstoornis of emotionele en relationele problemen. Hierdoor wordt afwijkend eetgedrag ontwikkeld. De behandeling van ARFID is afhankelijk van de achterliggende oorzaken hiervan.