Het ideale tijdstip om naar bed te gaan is tussen 22:00 en 23.00 uur. Zowel eerder als later inslapen gaat gepaard met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
Dit is het ideale tijdstip om te gaan slapen
Te vroeg en te laat slapen is nadelig
Wie na middernacht gaat slapen, heeft 25% meer kans op hart- en vaatziekten dan mensen die tussen 22:00 en 23.00 uur naar bed gaan. Ook vroeg gaan slapen – voor 22.00 uur - gaat gepaard met een verhoogd risico van 24%. Bij mensen die tussen 23:00 en middernacht naar bed gaan, is de kans 12% groter.
Benieuwd hoe gezond jij echt eet? Doe de quiz!
Hoe gezond eet jij?
Doe de quiz en kom er in enkele minuten achter! Ook ontvang je een persoonlijk advies waarin staat hoe je je eetpatroon kunt verbeteren.
Benieuwd hoe gezond jij echt eet? Doe de quiz!
Wil jij graag je gezondheid verbeteren?
Gebruik onze gratis Matching tool om de voedingsexpert te vinden die jou het beste kan ondersteunen.
Ga naar de Matching tool
Vind jouw ideale voedingsexpert
Deze bevindingen blijken uit onderzoek onder ruim 88.000 volwassenen uit het Verenigd Koninkrijk, die bijna zes jaar zijn gevolgd.
Biologische klok
Het is al langer bekend dat een goede nachtrust belangrijk is voor de hartgezondheid. Uit eerder onderzoek blijkt dat zowel te kort als te lang slapen niet gezond is voor hart en vaten. Maar dat ook het tijdstip van inslapen van invloed is, was nog niet eerder aangetoond.
De onderzoekers denken dat zowel vroeg als laat inslapen de biologische klok verstoort, wat nadelige gevolgen heeft voor de hartgezondheid. Het meest risicovol is na middernacht gaan slapen. Waarschijnlijk komt dit omdat het de kans verkleint op het zien van ochtendlicht, terwijl dat zo belangrijk is voor het goed afstellen van je biologische klok.
Benieuwd hoe gezond jij echt eet? Doe de quiz!
Hoe gezond eet jij?
Doe de quiz en kom er in enkele minuten achter! Ook ontvang je een persoonlijk advies waarin staat hoe je je eetpatroon kunt verbeteren.
Benieuwd hoe gezond jij echt eet? Doe de quiz!
Geschreven door Angela Severs, VoedingswetenschapperWO niveau Wetenschappelijke voedingsdeskundige A, BSc Biochemicus, MSc Scheikundige Technologie
