Een stoma wordt bij een patiënt gemaakt wanneer de ontlasting niet bepaalde delen van de darm mag passeren of wanneer de anus niet gebruik mag worden. Het is een door artsen gelegde opening tussen de darmen en de buitenwereld.
Een stoma is een behandeling die onder andere wordt ingezet bij maag-, lever- en darmklachten zoals chronische obstipatie, chronische darmontsteking, darmkanker, Colitis ulcerosa of aangeboren afwijkingen aan de darmen. Een stoma wordt pas ingezet wanneer vastgesteld is dat medicatie en ander therapie geen effect heeft. Een stoma kan ook tijdelijk ingezet worden, om het darmstelsel tijdelijk rust te geven of voor een operatie aan de darmen.
Voeding en stoma
Het leren leven met een stoma kan intensief zijn. Een belangrijk onderdeel van deze aanpassing, is het aanpassen van het eetpatroon. Voeding en het eetpatroon moeten extra onder de aandacht gebracht worden.
Vertering
Doordat de darmen (niet) volledig hun werk kunnen doen, moet het eten op andere wijzen verteerd worden. Een slechte vertering van de darmen kan leiden tot een resorptiestoornis (verminderde opname van voedingsstoffen), lekkende stoma, uitdroging en kan nare luchtjes en geluiden geven.
Dieet
In principe bestaat er geen dieet voor mensen met een stoma. Het is vooral belangrijk dat de richtlijnen van gezonde voeding worden nageleefd, om zo de voedingstoestand (bijvoorbeeld het voorkomen van ondervoeding) van de patiënt te optimaliseren. Vanuit de diëtetiek wordt geadviseerd dat normale voeding genuttigd kan worden.
Voorkomen gasvorming
Bij een stoma kan er gasvorming, geur en verkleuring van de ontlasting ontstaan. De volgende tips kun je opvolgen om de kans op gas, geur en verkleuring te verkleinen:
- Eet kleine hapjes en kauw de hapjes helemaal fijn.
- Geen kauwgum gebruiken
- Stoppen met roken
- Niet drinken vanuit rietjes
- Niet praten tijdens het eten
Daarnaast kan een patiënt zelf ervaren welke voedingsmiddelen meer gasvorming geven. Dit kan per persoon verschillen. Bekendere voedingsmiddelen die deze klachten geven zijn bier, prei, eieren, knoflook en ui. Door meer ervaring te hebben, weet de patiënt zelf ook beter in te schatten welke voedingsmiddelen liever vermeden kunnen worden.
Vorming ontlasting
Voor de vorming van ontlasting wordt ook aangeraden om voldoende vocht, 2 tot 2,5 liter, en dagelijks genoeg vezels (30 tot 40 gram) tot je te nemen. Omdat de opname van zouten (natrium) verstoord kan raken, mag er meer zout genuttigd worden. Dit kun je bijvoorbeeld doen door extra zout bij het diner te gebruiken.