Jonge kinderen hebben meer smaakpapillen dan volwassenen waardoor de smaak van groenten, die meestal heel bitter zijn, versterkt wordt. Daarbij bleken bittere dingen, vroeger toen we nog jagers en verzamelaars waren, vaak oneetbaar of giftig. Zoete dingen bleken wel eetbaar.
Onze voorkeuren gaan dus automatisch uit naar zoetigheid. Daarnaast kan het zijn dat een kind pas na tien tot vijftien keer proeven gewend is aan een smaak. Wellicht zal het kind gewoon even moeten wennen dus. Ook kopiëren kinderen vaak het gedrag van de ouders. Zien eten, doet eten, in dit geval.