Bij een ruminatiestoornis wordt eten dat al was doorgeslikt herhaaldelijk weer terug gehaald van de maag in de mond (regurgitatie). Het eten wordt dan herkauwd, opnieuw doorgeslikt of uitgespuugd.
De regurgitatie heeft geen lichamelijke oorzaak. Dit gebeurt zonder dat men misselijk is, moet kokhalzen of ergens van walgt. Er is sprake van een ruminatiestoornis wanneer dit doorgaans dagelijks, gedurende één maand speelt.
De aandoening komt voornamelijk bij (jonge) kinderen voor, echter kunnen ook volwassenen deze stoornis hebben. Een ruminatiestoornis kan leiden tot gewichtsverlies en ondervoeding, een vitamine- of een mineralentekort. Ook is er risico op uitdroging, groeiproblemen bij kinderen en aantasting van het gebit en de slokdarm. Een psychologische behandeling kan helpen dit te doorbreken.