Een eetstoornis is geen keuze, een doorgeslagen dieet of een schreeuw om aandacht. Het is een psychische aandoening die wordt gekenmerkt door verstoord eetgedrag. Het kan verschillende vormen aannemen en interfereren met je mentale en lichamelijke gezondheid.
Eetstoornissen discrimineren niet en beïnvloeden mensen van alle leeftijden, rassen, geslachten, vormen en maten.
In dit artikel gaan we dieper in op welke eetstoornissen er bestaan. Daarnaast bespreken we de gezondheidsrisico’s en behandelmethoden.
Anorexia nervosa
Anorexia nervosa wordt gekenmerkt door een laag lichaamsgewicht en vervorming van het lichaamsbeeld met een obsessieve angst om aan te komen.
Anorexiapatiënten consumeren zeer beperkte hoeveelheden voedsel. Vaak raken mensen met anorexia zo ondervoed dat ze in het ziekenhuis moeten worden opgenomen. Zelfs dan kunnen ze ontkennen dat er iets met hen aan de hand is.
Er zijn twee subtypes van anorexia nervosa: een restrictieve type en een het purgerende type. Bij restrictieve anorexia vermijd of beperk je voedsel om gewichtstoename te voorkomen. Bij purgerende anorexia eet je weinig en heb je last van eetbuien. Deze eetbuien worden gecompenseerd door braken, laxeermiddelen of overmatig sporten.
Anorexia nervosa kan dodelijk zijn. Het heeft een extreem hoog sterftecijfer in vergelijking met andere psychische stoornissen.
De volgende kenmerken horen bij anorexia nervosa:
- Je beperkt je voedselinname zodanig dat je een te laag lichaamsgewicht hebt voor je fysieke gezondheid, geslacht en leeftijd
- Je hebt een intense angst om aan te komen
- Je hebt een vervormd lichaamsbeeld
- Je denkt dat je ondergewicht niet zo ernstig is
- Je gewicht heeft een zeer grote invloed op je eigenwaarde
Herken je je in alle punten? Dan is het mogelijk dat je anorexia hebt. Je doet er verstandig aan om contact te zoeken met je huisarts of neem een naaste in vertrouwen en deel je gedachtes, zodat deze persoon je kan helpen.
Deze eetaanvallen worden gevolgd door compenserende handelingen om gewichtstoename te voorkomen. Een aantal voorbeelden zijn opzettelijk overgeven, overmatig gebruik van laxeermiddelen of plaspillen, vasten of overmatig sporten. In tegenstelling tot anorexiapatiënten, kunnen boulimiapatiënten een normaal gewicht behouden of overgewicht hebben.
Wanneer je boulimia hebt voldoe je aan de volgende kenmerken:
- Je eet grote hoeveelheden voedsel in een korte tijd, bijvoorbeeld binnen twee uur
- Je hebt het gevoel geen controle te hebben over je eetbuien
- Je hebt in een periode van drie maanden elke week minstens een keer een eetbui
- Je compenseert je eetbuien door opzettelijk over te geven, overmatig te bewegen, te vasten of laxeermiddelen te gebruiken
- Je gewicht heeft een zeer grote invloed op je eigenwaarde
De volgende kenmerken worden geassocieerd met binge eating disorder:
- Je eet grote hoeveelheden voedsel in een korte tijd, bijvoorbeeld binnen twee uur
- Je hebt het gevoel geen controle te hebben over de eetbuien
- Je eet terwijl je geen honger hebt
- Je eet tot je onaangenaam vol zit
- Je eet vaak alleen, uit schaamte over je eetpatroon
- Je voelt je somber, beschaamd of schuldig over wat je eet en hoeveel
- Je hebt in een periode van drie maanden elke week minstens een keer een eetbui
Andere eetstoornissen
Hoewel anorexia, boulimia en eetbuistoornis de meest bekende eetstoornissen zijn, bestaan er nog meer soorten.
Een Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder (ARFID) wordt gekenmerkt door het vermijden of beperken van voedsel. Dit komt niet voort uit een angst om dik te worden, maar heeft andere oorzaken. Je hebt bijvoorbeeld een negatieve ervaring met voedsel, zoals na een stikervaring. Of je houdt niet van bepaalde zintuiglijke kenmerken van voedsel, zoals de geur of textuur.
Een ruminatiestoornis wordt gekenmerkt door het herhaaldelijk oprispen en herkauwen van voedsel. Je laat eten vanuit je maag terugstromen naar je mond. Daarna kauw je het opnieuw, spuug je het uit of slik je het door. Zowel kinderen als volwassenen kunnen deze eetstoornis hebben.
Pica is een relatief zeldzame stoornis waarbij niet-eetbare dingen worden genuttigd, zoals papier, zand en haar. Deze stoornis komt vaak voor in combinatie met een mentale handicap, maar kan in zeldzame gevallen ook voorkomen bij schizofrenie of zwangerschap.
Andere eetstoornissen worden geclassificeerd onder "andere gespecificeerde voedings- en eetstoornissen".
Gezondheidsrisico’s van eetstoornissen
Eetstoornissen kunnen leiden tot groot aantal onaangename en zelfs ronduit schadelijke gezondheidsproblemen. Een deel van deze complicaties zijn omkeerbaar, maar het is van belang om zo snel mogelijk hulp te zoeken.
Mogelijke lichamelijke gezondheidsrisico’s zijn:
- Ondervoeding
- Gewrichtsproblemen
- Spierzwakte
- Constipatie of onregelmatige stoelgang
- Duizeligheid
- Vermoeidheid
- Tandbederf
- Uitdroging
- Botontkalking
- Onvruchtbaarheid
- Orgaanschade
- Vroegtijdig overlijden
Persoonlijkheidskenmerken zijn een andere factor. Met name neuroticisme, perfectionisme en impulsiviteit zijn drie persoonlijkheidskenmerken die vaak verband houden met een hoger risico op het ontwikkelen van een eetstoornis.
De omgeving waarin je opgroeit is ook belangrijk. Factoren die een negatieve invloed kunnen hebben zijn onder meer de druk om dun te zijn, kritiek op het uiterlijk en plagerige of negatieve opmerkingen over gewicht.
De media lijken ook een rol te spelen. In een beroemd onderzoek van Dr. Anne Becker bezochten de onderzoekers Fiji in 1995. Dit was een paar weken nadat de televisie werd geïntroduceerd op het eiland. De onderzoekers keerden in 1998 terug in. Beide keren vroegen ze Fijische schoolmeisjes hoeveel tv ze keken en hun houding ten opzichte van de programmering. Daarnaast stelden ze de onderzoekers vragen over het eetgedrag van de meisjes.
Eetgestoord gedrag nam flink toe na introductie van de televisie op het eiland. Zo nam opzettelijk overgeven om het gewicht onder controle te houden toe, met ruim 11% in drie jaar tijd. Becker concludeerde dat de belangrijkste indicatoren van een eetstoornis vaker voorkomen na blootstelling aan televisie.
Volgens wetenschappers kunnen verschillen in je hersenstructuur ook een rol spelen bij de ontwikkeling van eetstoornissen.
Behandeling van een psycholoog en diëtist
Meestal zijn er verschillende zorgverleners betrokken bij de behandeling van een eetstoornis. Je hebt dan bijvoorbeeld contact met een diëtist, psychiater en huisarts. Dit komt omdat een eetstoornis invloed heeft op je gewicht, maar ook op je lichamelijke en mentale gezondheid.
Een diëtist kan advies geven hoe je een gezond gewicht bereikt. Met een psycholoog of psychiater ga je met het mentale gedeelte aan de slag.
Ieder persoon is uniek, dit geldt ook voor de behandeling van eetstoornissen. Je kunt met je (huis)arts bespreken welke behandelmogelijkheden er zijn en het beste bij jouw situatie passen.
Opname in het ziekenhuis
Bij een gevaarlijk laag gewicht kun je in het ziekenhuis worden opgenomen met sondevoeding. Dit is een korte termijn behandeling die zich hoofdzakelijk richt op gewichtstoename. Het doel is om orgaan falen en overlijden te voorkomen.
Behandeling in een eetstoorniskliniek
Wanneer je anorexia of boulimia hebt, kun je worden opgenomen in een eetstoorniskliniek. Hier eet je met je groep en ontvang je therapie.
In klinieken wordt vaak met een beloningsysteem gewerkt. Wanneer je minimaal een halve kilo per week aankomt, krijg je meer vrijheden zoals naar school gaan (voor minderjarigen) en minder controle van zorgpersoneel. Therapie in een kliniek richt zich op onder andere het veranderen van je zelfbeeld, foutieve denkbeelden en perfectionisme.
Deeltijdtherapie is ook mogelijk, je gaat dan een paar dagdelen per week naar de kliniek. In sommige eetstoornisklinieken kun je ook terecht voor een eetbuistoornis.
In eetstoornisklinieken wordt geregeld olanzapine aan anorexiapatiënten voorgeschreven. Dit is een antipsychoticum. Dit medicijn vermindert onrust, angsten en vergroot de eetlust.
Medicatie zou niet de hoofdbehandeling van een eetstoornis moeten zijn. Hoewel enig succes is aangetoond met bepaalde medicijnen, is er veel meer wetenschappelijk bewijs voor het positieve effect van voedingsondersteuning en psychotherapie.
Een naaste met een eetstoornis helpen
Herstel van een eetstoornis vereist professionele hulp. De kans op herstel neemt toe naarmate iemand eerder met de behandeling begint. Hoe kun je nu je kind, vriend(in), partner of familielid met een eetstoornis het beste helpen?
Ouders van kinderen onder de 18 kunnen vaak eisen dat de eetstoornis van hun kind wordt behandeld, zelfs als het kind niet gelooft dat behandeling noodzakelijk is. Voor naasten van een volwassene met een eetstoornis kan het aanmoedigen om hulp te zoeken een moeilijke taak zijn. Als je geliefde een eetstoornis heeft, kunnen onderstaande tips je helpen.
Beperk opmerkingen over gewicht
Maak geen opmerkingen over het gewicht van eetstoornispatiënten. Zelfs wanneer je het goed bedoelt. Opmerkingen zoals: ‘je bent niet dik’, ‘je ziet er goed/slecht uit’ of ‘je bent veel aangekomen/afgevallen’ werken averechts. Je kunt de ziekte en de focus op het gewicht erger maken.
Verwijs in plaats daarvan naar specifieke situaties en gedragingen die je hebt opgemerkt en waarom je je daar zorgen over maakt.
Zoek een middenweg tussen het probleem forceren en het negeren
Als je overdreven opdringerig en strijdlustig wordt, kan de ander je gaan vermijden. Aan de andere kant wil je een potentieel dodelijke ziekte niet negeren.
Het is niet eenvoudig om een ??middenweg te vinden tussen deze twee uitersten. Blijf in contact met elkaar: vraag regelmatig hoe het gaat en pols af en toe hoe je geliefde denkt over een behandeling. Maar weet ook wanneer je het moet laten rusten, je kan iemand niet dwingen.