Er is altijd veel discussie rond gezondheidsgerelateerde belastingen, zoals een vettaks op voedingsmiddelen hoog in ongezond vet.
Enerzijds ontmoedigt een hogere BTW op ongezonde voeding de consument om deze ongezonde producten aan te schaffen. Op de lange termijn leidt dat tot minder maatschappelijke kosten als gevolg van gezondheidsklachten. Om een beeld te schetsen, ongezonde voeding veroorzaakt in Nederland een geschatte 8,1% van de ziektelast, 12.900 doden per jaar en een totaal aan 6 miljard euro zorgkosten.
Anderzijds leidt de heffing van BTW op ongezonde voeding tot hogere administratieve en uitvoeringslasten. Naast een hogere BTW, kan de overheid ook andere middelen gebruiken om gezond eten te stimuleren. Zo kan de overheid bijvoorbeeld een minimumprijs stellen aan de verkoop van ongezonde levensmiddelen. Maar ook wettelijke normen vaststellen voor bijvoorbeeld de maximale hoeveelheid suiker en zout in bepaalde producten.
In 2018 is er een Nationaal Preventieakkoord gesloten tussen 70 verschillende partijen die zich in gaan zetten om roken, alcoholgebruik en overgewicht in Nederland tegen te gaan. In dit akkoord is er een afspraak gemaakt om de accijns op tabak te verhogen (een pakje sigaretten is sinds 2020 een euro duurder). Echter zijn er voor alcohol en ongezonde voeding geen afspraken gemaakt met betrekking tot belastingverhoging. In plaats daarvan is er in het akkoord besloten om bijvoorbeeld de horeca meer groenten en minder vlees aan te laten bieden. De partijen willen ook supermarkten stimuleren om producten die in de Schijf Van Vijf staan aantrekkelijker aan te bieden. En ook om kinderen en volwassenen te informeren over gezond eten.