De biologische melkveehouderij houdt meer rekening met het dierenwelzijn dan de gangbare melkveehouderij. De koeien hebben meer leefruimte omdat zij in een ligboxenstal of in een potstal staan. De ligboxenstal heet ook wel een loopstal. Hier kunnen de koeien loslopen of liggen. Een potstal is een grote ruimte waar de mest steeds wordt opgehoogd. Doordat de stal aan één kant open is, is de luchtcirculatie vaak beter dan in andere stallen.
Weidegang
Daarnaast doen alle biologische melkveebedrijven aan volledige weidegang. Dat houdt in dat koeien minstens 120 dagen per jaar, 6 uur per dag in de wei lopen.
Onthoornen
Een ander verschil in welzijn bij de biologische sector is dat de koeien zo min mogelijk worden onthoornd. Het afnemen van de hoorns is alleen toegestaan wanneer de koeien elkaar daarmee beschadigen. Omdat de biologische sector zich inzet voor een betere en ruimere leefomgeving, beschadigen de koeien elkaar minder dan in de gangbare veehouderij. Omdat het wettelijk is toegestaan kunnen de horens in de niet biologische sector ook preventief verwijderd worden. In de biologisch dynamische sector is het onthoornen helemaal verboden.
Keurmerken
Of de zuivel afkomstig is van een biologisch veebedrijf is te herkennen aan de biologische keurmerken op het etiket. Er zijn twee verschillende biologische keurmerken. Deze zijn van EKO en Europees Biologisch. Het Demeter Keurmerk staat voor biologisch dynamische landbouw.