Als een product gefermenteerd wordt, zijn er schimmels, gisten of bacteriën (ofwel micro-organismen) toegevoegd. Door middel van een fermentatieproces zorgen deze micro-organismen ervoor dat een product verandert van textuur, smaak, zuurgraad, verteerbaarheid en/of geur. Dit komt door enzymen, dit zijn eiwitten, die onder invloed van warmte en vocht reacties kunnen versnellen.
Ook kan door fermentatie een product langer bewaard worden en wordt het ook gebruikt als conserveringstechniek. Voorbeelden van gefermenteerde producten zijn bier, wijn, sojasaus, tempé, yoghurt en zuurkool.
Fermenteren klinkt niet als een smakelijk begrip, maar gefermenteerde producten die te koop zijn in onze supermarkten zijn veilig om te eten. Er worden zelfs bepaalde gezondheidsvoordelen aan gefermenteerde producten gehangen, alleen zijn deze niet wetenschappelijk te onderbouwen.