Voeding
Wordt iemand ziek dan zal een reguliere arts eerder een pijnstiller voorschrijven dan een uitgebalanceerd dieet bestaande uit onder andere veel verschillende vitaminen en mineralen.
De orthomoleculaire leer onderzoekt en beoordeelt constant de relatie tussen voeding en gezondheid.
Een orthomoleculair arts, -therapeut, -diëtist of -voedingsdeskundige zal met zijn of haar voedingsadviezen veel meer kijken naar de individuele behoeften.
Niet alleen naar geslacht en leeftijd, maar ook in hoeverre het lichaam van de behandelde persoon in staat is om deze voedingsstoffen goed op te nemen.
Het vermogen om voedingsstoffen op te nemen verschilt namelijk enorm per persoon; dit wordt biochemische individualiteit genoemd.
In de reguliere geneeskunde gaat men er vaak vanuit dat er in de voeding voldoende voedingsstoffen zitten om gezond te blijven.
De orthomoleculaire voedingsleer gaat ervan uit dat voeding alleen, met name de westerse, veelal bewerkte voeding, niet voldoende voedingsstoffen kan bieden voor een optimale gezondheid.
Dat ligt niet zozeer aan de voeding zelf maar aan de manier waarop er mee omgegaan wordt.
Daar komt bij dat bepaalde voedingsstoffen door het lichaam niet zelf aangemaakt worden, maar ook niet voldoende in de dagelijkse voeding zitten, of alleen maar in een beperkt aantal producten.
Je kunt daardoor vaak niet voldoende van alle voedingsstoffen binnenkrijgen op een dagelijkse basis. Elke dag boerenkool eten bijvoorbeeld is natuurlijk niet voor iedereen mogelijk en wenselijk.
Een langdurig tekort aan 1 of meerdere voedingsstoffen kan leiden tot allerlei stoornissen in onze stofwisseling.