Fabrikanten gebruiken felle kleurtjes om snoep, taart en frisdrank aantrekkelijk te maken voor kinderen. Door de Europese Unie goedgekeurde kleurstoffen hebben een E-nummer. Dat wil zeggen dat ze veilig zijn en een noodzaak hebben om als additief te dienen. Maar zijn deze kleurstoffen wel echt onschadelijk?
De Engelse Food Standards Agency (FSA) en de Southampton University hebben vijf zogenaamde azo-kleurstoffen onderzocht, en één andere kleurstof. Azo-kleurstoffen zijn kunstmatige kleurstoffen en worden gebruikt in onder andere snoep, snacks en frisdranken.
In het onderzoek werden de kleurstoffen op twee groepen kinderen getest: driejarige peuters en acht- en negenjarigen. Het bleek dat de onderzochte kleurstoffen kunnen zorgen voor hyperactiviteit en verminderde oplettendheid bij kinderen. Dit kan hun prestaties op school nadelig beïnvloeden.
Er is discussie rondom azo-kleurstoffen en de invloed ervan op hyperactiviteit bij kinderen. Uit het onderzoek is dan ook niet duidelijk naar voren gekomen welke kleurstof hyperactiviteit veroorzaakt. De zes kleurstoffen zijn namelijk niet individueel getest.
De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft al het wetenschappelijke onderzoek grondig bekeken. Zij komen tot de conclusie dat er geen aanleiding is het gebruik van de kleurstoffen niet goed te keuren, omdat onvoldoende bewijs was. Het Europese Parlement heeft uit voorzorg toch besloten dat op producten met bepaalde kleurstoffen een waarschuwing op het etiket moet staan. Er werd een compromis gevonden. Vanaf 20 juli 2010 is het voor fabrikanten verplicht om een waarschuwing op de verpakking te zetten: "Dit product bevat azo-kleurstoffen. Kan de activiteit of oplettendheid van kinderen nadelig beïnvloeden."