Als het vasten begint en je een paar uur niet hebt gegeten dan daalt je bloedsuiker. Om deze op peil te brengen haalt je lichaam glucose, enkelvoudige suikers, uit de glucose voorraad van de lever. Deze voorraad wordt glycogeen genoemd en bestaat uit vele glucosemoleculen die je lichaam heeft opgeslagen na een koolhydraatrijke maaltijd.
De hoofdbrandstof van je lichaam is glucose: vergelijk het met benzine voor een auto en glycogeen met een jerrycan benzine achterin je auto. Wanneer de benzine opraakt tijdens een lange autorit en er geen tankstation in de buurt is, dan heb je altijd nog de jerrycan met benzine.
Ander soort brandstof
Enkele uren later is het leverglycogeen echter uitgeput en begint de bloedglucose te dalen. Ook de jerrycan is leeg. Het lichaam moet zijn normale metabolisme aanpassen. Op dit punt gebruiken de meeste cellen vetzuren voor hun brandstof. Maar rode bloedcellen en de cellen van het zenuwstelsel hebben glucose, hun primaire energiebrandstof, nodig. Normaal gesproken verbruiken de hersenen en zenuwcellen ongeveer de helft van de totale glucose die elke dag wordt gebruikt.
Tijdens vasten vormt de behoefte aan glucose een groot probleem. Het lichaam kan zijn vetvoorraden gebruiken om de meeste cellen van energie te voorzien, maar de rode bloedcellen zijn volledig afhankelijk van glucose, en de hersenen en zenuwen geven de voorkeur aan energie in de vorm van glucose.
Afbraak van lichaamseiwitten
Nu kan je lichaam glucose maken uit niet-koolhydraatbronnen. Glycerol (komt voor in vetten) en aminozuren (bouwstenen van eiwitten) kunnen worden omgezet naar glucose. Om de aminozuren te verkrijgen moeten lichaamseiwitten worden afgebroken. Om deze reden breken eiwitweefsels altijd enigszins af tijdens het vasten.
De afbraak van lichaamseiwitten is een dure manier om glucose te verkrijgen. In de eerste paar dagen van het vasten, levert lichaamseiwit ongeveer 90 procent van de benodigde glucose en glycerol 10 procent. Als het verlies van lichaamseiwitten op dit tempo zou doorgaan, zou de dood binnen drie weken volgen, ongeacht de hoeveelheid vet die persoon heeft opgeslagen.
Ketose
Gelukkig past het lichaam zich aan. Zo neemt de vetafbraak toe en verdubbelt bijna. Na meerdere dagen vasten wordt er een alternatieve energiebron geproduceerd: ketonlichamen. Dit proces wordt ketose genoemd. De afbraak van lichaamseiwitten gaat op een langzamer tempo en je stofwisseling wordt slomer om zuiniger met de energie om te gaan.
Eén dag vasten
Dit geldt echter voor vasten voor een langere periode. Je lichaam gebruikt bij één dag vasten glycogeen, vetzuren, glycerol en eiwitten.