Het lijkt dat sommige mensen de hele dag kunnen blijven eten en niet aankomen, terwijl de ander na één keer ongezond te eten al aankomt. Heeft de ene persoon meer aanleg om dik te worden? Hieronder lees je wat invloed heeft op je gewicht.
Invloed van hormonen
Er zijn verschillende hormonen die (indirect) invloed hebben op je gewicht, bijvoorbeeld het hongerhormoon (ghreline) en het verzadigingshormoon (leptine). Ze zorgen ervoor dat je trek hebt of juist een vol gevoel krijgt. De hoeveelheid van deze hormonen zijn gedeeltelijk genetisch bepaald.
Daarentegen bepaal je zelf hoeveel je eet. Wanneer je trek hebt, hoef je niet per se te kiezen om te eten. Ook bepaal je zelf wát je eet.
Eetgewoontes
Het hebben van (on)gezonde eetgewoontes hebben veel invloed op het gewicht. Denk hierbij aan de kennis over gezond eten en het daadwerkelijk doen.
Het is wetenschappelijk aangetoond dat de omgevings- en individuele gedragsfactoren de belangrijkste oorzaken zijn voor overgewicht bij kinderen en de toename hiervan. Het gedrag van ouders heeft veel invloed op het gedrag van de kinderen.
Daarentegen kan iedereen er bewust voor kiezen om andere eetgewoontes en gedrag aan te leren.
Caloriebehoefte en stofwisseling
Je stofwisseling is genetisch bepaald, hier heb je geen invloed op. Jouw caloriebehoefte hangt onder andere af van je gewicht, lengte en geslacht. Met de Je stofwisseling is genetisch bepaald, hier heb je geen invloed op. Jouw caloriebehoefte hangt onder andere af van je gewicht, lengte en geslacht. Met de Caloriebehoefte Bereken tool kun je berekenen wat jouw caloriebehoefte is. kun je berekenen wat jouw caloriebehoefte is.
Daarentegen kun je wel je caloriebehoefte verhogen door meer te bewegen en te sporten. Wanneer je meer beweegt, verbrand je meer calorieën en kun je meer eten. Daarnaast maak je door sporten meer spierweefsel aan, waardoor je algemene energiebehoefte ook omhoog gaat.
Activiteit
Sommige mensen zijn actiever dan de ander. Wanneer je meer beweegt, verbrand je meer calorieën. Wanneer je meer calorieën verbrandt, kun je meer eten. Denk bij activiteit niet alleen aan sporten, maar ook aan (onbewust) bewegen. Voorbeelden hiervan zijn een actief beroep, fietsend naar werk/studie of de trap nemen in plaats van de lift.
Aanleg of niet?
Ja, door verschillende factoren kan de ene persoon sneller aankomen dan de ander. Echter heb je zelf invloed op wat en hoeveel je eet en hoeveel je beweegt.
Er zijn ook enkele genetische ziektes en aandoeningen die ervoor kunnen zorgen dat je makkelijker aankomt, bijvoorbeeld een traag werkende schildklier.