Honing is een mengsel van voornamelijk glucose en fructose, oftewel suiker. Honing is daarom bijna identiek aan kristalsuiker. Er zit een kleine hoeveelheid mineralen en vitaminen in, maar dit weegt niet op tegen de hoeveelheid calorieën die de honing bevat. Dit geldt voor alle honingsoorten, dus de ene honingsoort is niet beter dan de ander.
Bloemenhoning en honingdauwhoning
Er zijn twee hoofdcategorieën waarin honing ingedeeld kan worden, afhankelijk van waar de honing uit gewonnen is. Zo kan honing gewonnen worden uit de nectar van bloemen of van honingdauw. Wanneer honing is gemaakt uit de nectar van een verzameling aan verschillende bloemen en planten, heet dit bloemenhoning. Soms zijn honingsoorten ook specifiek vernoemd naar bepaalde planten als de meeste nectar van één plantensoort komt, zoals lavendelhoning of rozemarijnhoning.
Daarnaast bestaat er ook honingdauwhoning, gemaakt van honingdauw. Honingdauw is een stof die wordt uitgescheiden door blad- en schildluizen. Bijen kunnen deze stof gebruiken om honing van te maken. Daarom wordt honingdauwhoning ook wel bladluizenhoning genoemd.