Vroeger waren de mensen jagers en verzamelaars. Dit betekent dat ze van ene naar de andere plek gingen en voedsel moesten zoeken om te overleven.
Landbouw
Op een gegeven moment zijn mensen aan landbouw gaan doen en zich gaan settelen op vaste plekken. Dit zorgt ervoor dat mensen bepaalde gewassen en granen konden gaan kweken en onderhouden. Mensen konden op deze manier zelfvoorzienend in hun voeding zijn en hoefden niet meer daarvoor te jagen.
Granen zijn gezond
Inmiddels bestaan er verschillende soorten granen, waaronder tarwe, gerst, rogge, gierst, haver, spelt en teff. Deze granen verschillen net weer allemaal qua voedingswaarden van elkaar. In Nederland wordt vooral tarwe, haver, rogge en gerst geproduceerd. We zijn langzamerhand meer granen gaan eten, omdat deze granen veel voedingsstoffen bevatten die gezond zijn.
Volkoren
Dit geldt voornamelijk voor de volkoren granen. Volkoren granen bevatten meer vezels, vitamines, mineralen en eiwitten dan niet-volkoren granen. Vezels zijn belangrijk voor ons maag- en darmstelsel. Daarnaast verkleint het de kans op bepaalde hart- en vaatziekten en bepaalde soorten van kanker. Daarnaast zijn graanproducten ook behoorlijk duurzaam in vergelijking tot noten of dierlijke producten.