Een veganist maakt geen enkel gebruik van dierlijk eiwit. Veganisten eten relatief veel groente, fruit, peulen, noten en granen. Deze voeding leveren aanzienlijke hoeveelheden koolhydraten, vezels, omega-6 vetzuren, vitamine C en E, magnesium en kalium. Veganisten hebben echter een geringe inname van calcium, vitamine D en een te verwaarloze inname van vitamine B12 , zink en jodium.
Voordelen van veganisme zijn een bijdrage aan een beter dierenwelzijn en milieu en een lagere kans op overgewicht en welvaartsziekten. Tot slot levert een veganistisch dieet geldbesparing; vlees is overwegend duur.
Het kernprobleem en nadeel bij veganisme is de eiwitkwaliteit. Voor het lichaam telt vooral hoeveel lichaamseiwit er uit de voeding kan worden opgebouwd. Dat is de netto eiwitbenutting. Met uitzondering van soja eiwit is alle plantaardig eiwit van slechtere kwaliteit dan welk dierlijk eiwit ook (inclusief zuivel). Dit betekent dat een veganist meer risico’s loopt op een slechte eiwitinname. Daarnaast loopt een veganist risico op tekorten aan ijzer, vitamine B12, omega-3 vetzuren en vitamine A.