Er zijn zo'n vijftig verschillende conserveermiddelen bekend. Er bestaan natuurlijke en niet-natuurlijke conserveermiddelen. Alle conserveermiddelen hebben een E-nummer, dit nummer varieert van E-200 tot E-290.
De meest bekende conserveermiddelen zijn sulfiet, nitraat en benzoëzuur.
Benzoëzuur is een natuurlijk voorkomende stof die ook gebruikt wordt als additief in voeding omdat het een antimicrobiële werking heeft. In salades en frisdranken zit vaak benzoëzuur.
Nitraat wordt vaak toegevoegd aan kaas en vlees(waren) en gaat de groei van gevaarlijke bacteriën tegen. Nitraat zelf is niet giftig, maar nitriet is dat wel. Zo'n 5% van het nitraat dat je binnenkrijgt wordt omgezet in nitriet tijdens de spijsvertering. Soms wordt dit nitriet weer omgezet in nitrosaminen, dit zijn kankerverwekkende stoffen.
Sulfiet komt van nature in producten voor en wordt soms ook toegevoegd aan bepaalde voedingsmiddelen, zoals fruit, wijn en vlees. Deze stof zorgt ervoor dat er geen verbruining optreedt.