Behandeling van diabetes type 1
De huisarts heeft diabetes bij je geconstateerd, hoe nu verder?
Wie diabetes type 1 heeft, moet elke dag bloedsuiker meten, insuline spuiten of een insulinepompje dragen. Het kan een flinke uitdaging zijn om bij alles wat je eet te moeten berekenen hoeveel insuline ervoor nodig is.
Diabetes kan je leven enorm beïnvloeden, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. En welke behandeling je ook hebt: vakantie van diabetes heb je nooit!
Als je diabetes type 1 hebt, moet je dagelijks een paar keer per dag het tekort aan insuline aanvullen door middel van injecties met een insuline-pen.
De bloedsuiker moet gemeten worden om te zien hoeveel insuline je moet inspuiten.
Dit dient heel exact te gebeuren om hypo's en hypers te voorkomen. Bij een hyper zal je meestal extra insuline bijspuiten.
Een insulinepompje is een andere vorm voor het toedienen van insuline. Het geeft via een naald in je buik insuline af.
Verder is de behandeling erg afhankelijk van de persoon omdat ieder lichaam anders reageert.
Vaak krijg je bloedsuikerspiegelverlagende-, bloeddrukverlagende- en cholesterolverlagende medicijnen.
Je mag met diabetes nog wel suiker eten, maar in beperkte mate, en liefst alleen natuurlijke suikers (uit fruit bijvoorbeeld). Verder is een gezonde leefwijze bij diabetes dubbel zo belangrijk om niet ernstig ziek te worden.
Regelmatig je urine laten onderzoeken is belangrijk om nierschade te voorkomen.
Tegenwoordig zijn er goede medicijnen maar in ernstige gevallen kan het zijn dat je dialyse van de nieren nodig hebt of zelfs een niertransplantatie.
Je moet in de herfst een griepprik halen om de kans op een longontsteking te voorkomen.
Je ogen kunnen eventueel behandeld worden door middel van een lasertechniek.
Orthopedische schoenen zijn aan te raden in verband met de kans op ontstekingen aan de voeten.