Vette vis bevat minimaal 5% vet. Voorbeelden van vette vissoorten zijn zalm, haring, paling en makreel. Magere vissoorten bevatten minder dan 5% vet. Voorbeelden hiervan zijn kabeljauw, pangasius en schelvis.
Naast het verschil in de hoeveelheid vet die de vis bevat, is het ook zo dat vette vissoorten vaak meer omega 3 bevatten. Omega 3 is een belangrijk vetzuur wat verschillende gezondheidsvoordelen met zich meebrengt.
- het verlagen van het risico op hart- en vaatziektes
- het verlaagt de bloeddruk
- draagt bij aan een goed hersenfunctie
- zorgt voor een goed gezichtsvermogen