Suikers behoren tot de koolhydraten. De verschillende soorten koolhydraten zijn monosacharide (één suikermolecuul), disacharide (twee suikermoleculen) en polysacharide (meerdere suikermoleculen).
Met suikers worden eigenlijk alleen mono- en disachariden bedoeld. Monosachariden zijn glucose, galactose en fructose (fruitsuiker). Disachariden zijn sucrose, lactose, maltose en trehalose.
Zetmeel is geen suiker en behoort tot de polysachariden. Het wordt echter wel afgebroken tot suikermoleculen in het lichaam.