Solanine is een natuurlijke gifstof die gevonden wordt in planten die behoren tot de nachtschadefamilie, zoals de aardappel en aubergine. Het structureel verwante tomatine komt alleen voor in onrijpe, groene tomaten. Beide behoren tot de glycoalkaloïden.
Solanine ontstaat onder invloed van licht in de schil en uitlopers van aardappelen.
Solanine veroorzaakt een branderig en scherp gevoel in de keel, diarree, misselijkheid en krampen. Solanine is hittebestendig en wordt door koken niet afgebroken, echter kan het gehalte wel lager worden. Aangezien een dagelijkse portie meestal niet meer dan 250 gram aardappelen bestaat, zal de toxische dosis voor volwassenen moeilijk te bereiken zijn. Een toxisch effect ontstaat bij 4 kg geschilde aardappelen. Een solaninevergiftiging door het eten van aardappelen komt dus zeer zelden voor.
Om zo min mogelijk solanine binnen te krijgen, is het belangrijk om aardappelen op een donkere, koele en droge plaats te bewaren en de groene, beschadigde plekken weg te snijden. Tomaten daarentegen bevatten alleen tomatine als ze onrijp zijn. Het advies is daarom om alleen rijpe tomaten te eten.