Planten maken zelf diverse stoffen aan om zich te beschermen tegen zonlicht, schimmels en vraat door insecten. Deze stoffen worden plantengifstoffen genoemd. Als mens zijn wij ook gevoelig voor deze stoffen en we spreken dan van antinutriënten.
Vrijwel elk voedingsmiddel bevat in mindere of meerdere mate antinutriënten en deze hebben vaak, naast een negatieve werking op onze gezondheid, ook een positieve werking. Voorbeelden van deze antinutriënten zijn gluten (komt voor in rogge, gerst en spelt), lectines (uit bijvoorbeeld zuivel, peulvruchten en granen) en Neu5Gc (in rundvlees, varkensvlees en koemelk).
Het volledig vermijden van deze stoffen is onmogelijk, maar dat is ook niet nodig. Wanneer je streeft naar veel variatie in het voedingspatroon zorg je ervoor dat het lichaam de kleine hoeveelheden goed kan verwerken.