Over het algemeen bevat oude kaas iets meer vet dan jonge kaas, zo’n 10%. Dat komt doordat bij de rijping de kaas indroogt waardoor er minder vocht in oude kaas zit. Dit vocht bevat geen vet, de droge stof daarentegen wel.
Het vetgehalte van kaas wordt meestal aangeduid met een cijfer en plusteken, denk aan 20+ en 40+ kaas. Dit is het percentage vet wat wordt aangeduid per 100 gram droge stof, dus niet per 100 gram kaas. Over het algemeen geldt dat 40+ en 50+ kazen meer vet bevatten dan 20+ of 30+ kaas. Kazen tot 20+ zijn mager, kazen van 20+ tot 40+ zijn light.
Kaas bevat naast calcium ook vitamine A, B en D, maar het eten van kaas is ook goed voor het gebit. Het beschermt de tanden tegen cariës (tandbederf), dit is te danken aan de eiwitten en calcium die in kaas zitten.