Plantaardig vet is niet altijd gezonder dan dierlijk vet. De belangrijkste reden daarvoor is dat de dierlijke vis vetzuren eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA) essentieel zijn voor een goede gezondheid. Deze beschermen het lichaam onder andere tegen hart- en vaatziekten en zorgen voor een goede hersenfunctie. Dit is daarmee wel de uitzondering op de andere dierlijke vetten uit zuivel en vlees, welke juist uit veel verzadigd vet bestaan.
Het is wel zo dat er meer plantaardige bronnen zijn van onverzadigd vet, dan dierlijke bronnen. Voorbeelden hiervan zijn noten, avocado en allerlei oliën zoals olijfolie en raapzaadolie. Palmolie is daarentegen weer een voorbeeld van een plantaardige bron met een hoog verzadigd vetgehalte en is daarom geen gezonde keuze.
Hoe gezond een vetrijk product is wordt vaak toegeschreven aan de hoeveelheid verzadigd en onverzadigd vet. Een belangrijke kanttekening daarbij is dat het binnen de onverzadigde vetten ook om de verhoudingen gaat tussen omega 3 en 6. Om in het lichaam een juiste verhouding tussen deze twee te creëren is een hogere inname van omega 3 en een lagere inname van omega 6 van belang. Zo heeft zonnebloemolie een hoog gehalte aan omega 6 waardoor olijfolie met veel omega 3 een gezondere keuze is. De term plantaardig of dierlijk vet zegt dus niet alles over hoe gezond het is.