Spoorelementen zijn mineralen die het lichaam in kleine hoeveelheden nodig heeft voor allerlei lichamelijke functies.
De spoorelementen waarvoor een dagelijkse aanbevolen hoeveelheid geldt zijn: chroom, fluoride, ijzer, jodium, koper, mangaan, molybdeen, seleen of selenium en zink. Dit noemen we ook wel de essentiële spoorelementen. Ze zijn onmisbaar en ons lichaam kan ze niet zelf maken. We moeten deze spoorelementen dus via onze voeding binnenkrijgen voor een optimale gezondheid.
Er zijn ook niet-essentiële spoorelementen. Dit zijn: arseen, borium, kobalt, lithium, lood, nikkel, silicium, tin en vanadium. Deze spoorelementen kunnen ook in kleine hoeveelheden in ons voedsel zitten, maar we hebben ze niet nodig. In onnatuurlijk grote hoeveelheden zijn deze stoffen zelfs vaak giftig.