Hoe het eetpatroon eruit zou moeten zien voor een diabetes patiënt verschilt per type diabeet en het persoonlijke doel. Bij een diabetes type 1 patiënt is het van belang om de koolhydraat inname goed te verdelen over de dag en af te stemmen met het insuline gebruik. Het doel is dan om de bloedsuikerspiegel zo stabiel mogelijk te krijgen.
Bij een diabetes type 2 patiënt helpt een koolhydraatbeperkt eetpatroon om de gemiddelde bloedsuikerspiegel zo laag en stabiel mogelijk te krijgen. Het doel kan dan zijn om de medicatie te minderen en diabetes uiteindelijk om te keren. Hoe sterk de mate van koolhydraatbeperking zou moeten zijn hangt af van meerdere dingen en kan het beste in samenspraak met een diëtist bepaald worden.
Bij een koolhydraatbeperkt eetpatroon worden producten zoals brood, aardappelen en suikerrijk drinken geminderd. Het drinken bestaat voornamelijk uit water, koffie of thee. De koolhydraten die gegeten worden komen bij voorkeur uit havervlokken en volkoren producten. Automatisch worden er in verhouding meer eiwitten gegeten uit ei, peulvruchten en zuivel. Ook vlees, vis en kip wordt vaak wat meer gegeten. Het is toegestaan om één portie volvette zuivel per dag te gebruiken. Deze bevat namelijk minder suiker en zorgt voor een goed verzadigd gevoel.
Naast het aanpassen van het ontbijt, lunch en diner behoeven ook de tussendoortjes aandacht. Zo worden suikerrijke tussendoortjes zoals ontbijtkoek vervangen voor hartige tussendoortjes zoals noten. Ook wordt er gelet op de inname van fruitsuikers. De richtlijn is om twee stuks fruit per dag te eten en één stuk tegelijk. Hierbij worden bananen, mango en druiven vermeden vanwege het hoge suikergehalte. Er kan beter een klein stukje fruit genomen worden zoals een mandarijntje of een schaaltje bosvruchten.