Solanine is een natuurlijke gifstof die in aardappelen groeit onder invloed van licht. Solanine zit in de schil van aardappelen en in de kiemen, oftewel de uitlopers, van oudere aardappelen.
Solanine wordt aangemaakt door de aardappel om schimmels en vraat door insecten en wormen tegen te gaan. Grote hoeveelheden solanine zijn giftig voor de mens. Het kan koorts, buikpijn, diarree, overgeven, slaperigheid, lusteloosheid, zwakheid en depressie veroorzaken.
Solanine wordt niet afgebroken tijdens het bereiden. Voor aardappelen is er een toegelaten maximum gehalte vastgesteld. Dit is 20 milligram solanine per 100 gram aardappel.
Aardappelen zijn, zelfs nadat ze gekiemd zijn, veilig om te eten zolang ze maar stevig aanvoelen en er niet te rimpelig uitzien. Je kan de aardappel het beste wel schillen. De meeste voedingsstoffen zijn nog steeds intact in een stevige, gekiemde aardappel.