Er zijn een aantal stoffen die ons lichaam kan gebruiken als reserves. Hierbij gaat het vooral om opslag van energie.
De hoofdzakelijke vorm van energieopslag is vet. Vetten worden in ons lichaam opgeslagen in vetcellen onder de huid, rondom organen en tussen de spieren. Deze vetten kunnen geoxideerd worden tot een vorm van energie die ons lichaam kan gebruiken wanneer nodig.
Een andere vorm van energieopslag is middels glycogeen. Ons lichaam kan glycogeen maken uit koolhydraten. Glycogeen ligt opgeslagen in de lever en in de spieren en kan middels een proces genaamd glycogenolyse weer omgezet worden in glucose. Glucose kan vervolgens weer gebruikt worden als energie.
Verder slaat ons lichaam calcium en fosfor op in de botten. Deze mineralen dienen niet als energie reserves, maar kunnen uit de botten gehaald worden om andere functies in het lichaam te verrichten.