Er zijn twee verschillende typen diabetes; type 1 en type 2.
Type 1 houdt in dat de insuline producerende cellen in de alvleesklier niet meer werken. Mensen met diabetes type 1 moeten altijd insuline inspuiten en hun bloedsuikerspiegel goed in de gaten houden.
Type 2 houdt in dat de insuline producerende cellen in de alvleesklier niet goed meer werken, door uitputting van de cellen bijvoorbeeld. Dit kan komen door een ongezonde leefstijl of door een erfelijke aanleg. Bij type 2 moeten mensen vaak medicatie slikken en aanpassingen in de leefstijl toepassen.