Diabetes mellitus type 1 en type 2 hebben beide te maken met ontregelde bloedsuikers. Het verschil is de oorzaak.
Diabetes mellitus type 1 is het gevolg van een auto-immuunziekte. Hierbij valt het lichaam eigen insuline producerende cellen aan. Insuline zorgt ervoor dat de bloedsuikers opgenomen worden in de cellen. Wanneer er geen insuline geproduceerd wordt, blijft er een te hoog gehalte aan bloedsuikers achter. Bij deze vorm wordt altijd insuline bijgespoten.
Diabetes mellitus type 2 daarentegen is vaak het gevolg van slechte leefstijl waardoor de insulinegevoeligheid van de cellen vermindert. Kortom, insuline wordt niet meer herkend door de cellen waardoor suiker ook achterblijft in het bloed.
Reductie van het lichaamsgewicht met 5 tot 10%, matige alcohol consumptie en hoge consumptie van volkoren granen kunnen het risico op type 2 verminderen. Ook het eten van meer onverzadigde vetten, minder zout en minder suikerrijke dranken draagt bij. Mogelijk geeft een vitamine D deficiëntie meer kans op type 2. Koolhydraatconsumptie is bij beide geen oorzaak, wel een behandeling.