Eigenlijk is de juiste benaming voor bloedverdunners "antistollingsmedicijnen". Je bloed wordt namelijk niet dunner door de medicijnen, maar de stolling van je bloed wordt verminderd of vertraagt.
Voeding heeft daar wel degelijk invloed op. Als je antistollingsmedicijnen slikt zorg dan voor regelmaat, pas op met alcohol en zorg voor gevarieerde en gezonde voeding. Waarom dit nodig is vertellen wij je.
INR-waarde
Allereerst is het belangrijk om te weten is wat de INR-waarde (International Normalized Ratio) betekent. Deze waarde geeft aan hoeveel tijd het in beslag neemt voor het stollen van je bloed. Een hoge INR-waarde geeft aan dat bloedstolling langer duurt. Een lagere INR-waarde geeft juist aan dat je bloed snel stolt. In Nederland zijn de waardes die nagestreefd worden 2.0 - 3.5. Voor mensen met "bloedverdunners" houdt de trombosedienst dit in de gaten om bij (grote) afwijkingen actie te ondernemen.
Vitamine K
Voeding die rijk is aan vitamine K is van invloed op fluctuaties van de INR-waarde. Groene groentes zoals spinazie, waterkers, sla en broccoli en koolsoorten zoals bloemkool, spruiten, koolrabi, witte kool en andere soorten bevatten veel vitamine K. Daarnaast is er voeding die maar een zeer beperkte hoeveelheid vitamine K bevat. Voorbeelden hiervan zijn aardappelen, komkommer, wortelen en tomaten.
Het zijn dus vooral de groentes die we in de winter eten die rijk zijn aan vitamine K. Het vermijden van deze voeding is niet noodzakelijk. Van de vitamine K die je binnenkrijgt via voeding wordt maar 10% tot 30% in je lichaam opgenomen.
Balans in voedingspatroon van belang
Het is belangrijk om, eigenlijk zoals altijd, veel variatie aan te brengen in je voedingspatroon. Iedere dag voeding eten die veel vitamine K bevat is niet aan te raden. Invloed van voeding, ook met vitamine K, op antistollingsmedicijnen is gering bij een uitgebalanceerd voedingspatroon.