Er wordt gesproken van een slikprobleem op het moment dat er moeite is om voedsel van de mond naar de maag te verplaatsen. Er kunnen veel oorzaken ten grondslag liggen aan slikproblemen. Ze komen voor in alle leeftijdsgroepen.
Hoe slikken mensen?
Eet- en drinkmomenten verlopen grotendeels automatisch; wij denken immers niet bewust na bij elke handeling die verricht moet worden om iets door te slikken. Visuele waarneming, reuk, motoriek en coördinatie van ledematen, de kauwfunctie en productie van speeksel; het is allemaal van belang om voedsel van de mond naar de maag te verplaatsen.
Eten en drinken dat zich mengt met speeksel wordt ook wel ‘bolus’ genoemd. Tot het moment dat de bolus wordt doorgeslikt, is controle mogelijk. Daarna nemen reflexen het over. Het strottenklepje sluit over de luchtpijp om een verslikking te voorkomen, de spieren leiden de bolus richting de slokdarm, de bovenste slokdarmsfincter opent en de bolus kan vervolgens passeren richting de maag.
Oorzaken slikproblemen
Slikproblemen zijn niet een stoornis op zich, maar altijd het gevolg van een onderliggende ziekte, stoornis of aandoening. Acute slikproblemen zijn kenmerkend voor een cerebrovasculair accident waardoor betrokken spieren plots niet meer worden aangestuurd. Langzame maar progressieve slikproblemen passen beter bij ziekten van het zenuwstelsel (onder andere Parkinson en Multiple Sclerose). Als het weefsel van de mond, keel of slokdarm beschadigd raakt (tumoren) of nog niet volledig ontwikkeld is (prematuur), kunnen ook slikproblemen ontstaan. Cognitieve problemen die optreden bij acuut hersenletsel of een dementieel beeld zijn eveneens een mogelijke oorzaak.
Verslikken
Goed kunnen slikken is van belang om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Onvoldoende inname van voeding leidt tot ongewild gewichtsverlies en een tekort aan voedingsstoffen. Bij een verslikking komt er eten of drinken in de luchtpijp terecht. Het gevaar hiervan is, dat het in de longen terecht komt en er een longontsteking ontstaat. Hier kan je erg ziek van worden. Als voeding in de luchtpijp komt, kan door de luchtwegobstructie de ademstroom belemmerd worden.