Roggebrood is van alle alternatieve broodsoorten in Nederland één van de meest vertrouwde soorten. Rond het einde van de 19e eeuw was het zelfs voor een groot deel van de Nederlanders naast aardappelen het hoofdvoedsel, voornamelijk omdat het goedkoper was.
Rogge heeft ten opzichte van tarwe een aantal gezondheidsvoordelen. Zo heeft het een positieve invloed op het bloedsuikergehalte en verzadigt het beter door de hoeveelheid vezels. Verder zijn er volgens het American Journal of Clinical Nutrition aanwijzingen dat rogge minder ontstekingsreacties veroorzaakt bij personen met het metabool syndroom.
Roggebrood bevat minder koolhydraten dan volkoren brood en meer voedingsvezels. Ook bevat het meer belangrijke vitamines zoals vitamine B6 (twee keer zoveel als volkoren brood) en vitamine E, meer ijzer en kalium. Echter betekent dit niet dat roggebrood gezonder is dan gewoon brood, omdat het minder selenium en magnesium bevat. Daarnaast is het belangrijk om de etiketten van roggebrood goed af te lezen, omdat roggebrood soms ook veel suiker bevat.
Kortom, eet vaker roggebrood, maar schrap niet volledig het volkorenbrood uit het menu. Op deze manier krijg je alle belangrijke vitamines en mineralen binnen.