Een voedingsmiddel komt in de Schijf van Vijf wanneer deze in één van de vijf schijven valt en vervolgens voldoet aan de eisen binnen de schijf.
De vijf schijven bestaan uit:
- Groenten en fruit. Verse groenten en fruit vallen binnen de Schijf van Vijf. Groenten en fruit uit een blikje of potje met toegevoegde suikers of zout vallen dan weer buiten de Schijf van Vijf.
- Smeer- en bereidingsvetten; binnen de Schijf zijn dit zachte margarines of halvarines.
- Vlees, vis, ei, peulvruchten, noten en zuivel. Hierin vallen magere zuivelproducten binnen de Schijf van Vijf en volle producten erbuiten.
- Graanproducten, brood en aardappelen.
- Dranken; dit zijn alleen water, thee en koffie.