Kinderen met overgewicht hebben op latere leeftijd meer moeite om blijvend af te vallen.
Groei vetcellen
Het lichaam slaat overtollige energie op in de vetcellen van vetweefsel. Als dit constant aanhoudt, ontstaat overgewicht. De omvang van vetcellen groeien zodra hier energie in wordt opgeslagen. Als de vetcellen ‘vol’ zitten, worden nieuwe vetcellen aangemaakt waardoor het aantal vetcellen toeneemt. Ook deze vetcellen kunnen op hun beurt weer groeien. Kinderen met overgewicht hebben enerzijds meer vetcellen en anderzijds ook grotere vetcellen. Vetcellen kunnen in aantal blijven groeien, maar reduceren na de pubertijd niet meer.
Leptine resistentie
Vetcellen produceren het hormoon leptine, dat ook wel het verzadigingshormoon wordt genoemd. Leptine informeert de hersenen dat we genoeg hebben gegeten en stimuleert vetopslag. Bij overgewicht wordt meer leptine in het lichaam afgegeven vanwege het verhoogd aantal vetcellen. De hoge leptinespiegel leidt ertoe dat de hersenen resistent worden voor de boodschap die zij afgeven en negeren de leptine-boodschap. Het gevolg is dat continu honger wordt ervaren en de opslag van vet efficiënt blijft doorgaan. Meer eten heeft dus grotere impact bij overgewicht.
Blijvend risico overgewicht
Bij een negatief energiebalans worden vetcellen kleiner in omvang, maar het aantal blijft gelijk. Blijvend afvallen is dus lastig omdat er altijd potentie is om deze vetcellen te vullen met energie.